3D-Doorbraakbijeenkomst in teken van kracht van het beeld

12 oktober 2015

Meer dan 170 mensen vanuit overheid, bedrijfsleven en wetenschap/onderwijs waren woensdag 30 september afgekomen op het 3D-symposium in het Infoversum in Groningen. Zij kregen een ambitieus programma voorgeschoteld, waarin observaties, beschouwingen, inspiraties en de kracht van het beeld centraal stonden.

Beter kun je een bijeenkomst over 3D bijna niet beginnen. Een 3D-reis door het heelal, en dat ook nog eens (hoe toepasselijk!) in het Jaar van de Ruimte. Een mooi gevulde zaal maakte, onder leiding van Vincent Boxelaar, de reis door het heelal en deed dat als startpunt van het symposium, georganiseerd door Doorbraak 3D en de Geodienst van de Rijksuniversiteit Groningen. Namens Doorbraak 3D, een in 2014 gestart initiatief vanuit wetenschap, bedrijfsleven en overheid, was het Jantien Stoter, hoogleraar ‘3D GeoInformatie’ van de Faculteit Bouwkunde aan de TU Delft en daarnaast werkzaam bij het Kadaster en Geonovum, die in een kort openingswoord de noodzaak van een 3D-doorbraak en het belang daarbij van samenwerken aanstipte. "Als we met z'n allen samenwerken, dan kunnen we over tien jaar een situatie bereiken dat we veel dingen in 3D kunnen doen die we nu in 2D doen. De technieken voor 3D zijn beschikbaar."

Het eerste blok van het volle programma bestond uit een aantal observaties en beschouwingen, ingeleid door Rob van de Velde, directeur van Geonovum. Als 3D-ambassadeur van de overheid heeft hij zich in de afgelopen tijd op drie dingen gericht. "Het helpt als de overheid haar data die met 3D te maken heeft, beschikbaar stelt als open data. In dat kader ben ik bijvoorbeeld blij dat de nieuwe AHN open data wordt. Verder zou het goed zijn als er een soort van basisbestand is met een paar standaarden die zorgen voor een doorbraak en voor toepassingen. Het derde is dat in wetten en regels van de overheid dingen staan die gebaseerd zijn op 2D. Je zou eigenlijk willen dat die wetten en regels worden uitgebouwd naar uitnodigingen om ook in 3D te werken. Dat zijn de dingen bij de overheid waarin ik probeer iets te veranderen."

Bevingenproblematiek Groningen

In de eerste bijdrage van de dag gingen Bert Gerlofs en Harm Olthof (beiden Geon) in op de gevolgen van de aardbevingen die het noorden van Nederland, en dan met name de provincie Groningen, bezighouden en de rol die 3D-technologie daarbij kan spelen. Gerlofs ging onder meer in op de kracht van de kaart en het beeld. Wat hem betreft is het beschikbaarstellen en gebruik van open data daarin een van de grote doorbraken. "Open data biedt nieuw perspectief en het past ook volledig in onze visie. Namelijk die van transparantie, hergebruik, samenwerken, samen delen en toepassen." Gerlofs ging ook in op de kwetsbaarheid van de kracht van de kaart en het beeld. "Dan gaat het niet alleen om privacy en het beschermen van persoonsgegevens, maar ook om het manipuleren, interpreteren en het presenteren van data. Daar kun je erg verkeerd mee omgaan en daar kunnen verkeerde conclusies uit getrokken worden. Wat ons betreft hoort dan ook bij elk kaartje een praatje. Daar zouden we meer aandacht aan moeten besteden.” Kort ging Bert Gerlofs ook in op het Plan van Aanpak Informatieplatform Aardbevingen, dat Geon samen met Geonovum en de provincie Groningen heeft opgesteld en waarin 3D, betrouwbaarheid en controleerbaarheid van data een voorname rol speelt. 

Harm Olthof illustreerde wat de kracht van een praatje bij een plaatje in de praktijk betekent. “We hebben een thema gepakt, bekeken wat we met dat thema zouden kunnen doen en gekeken of 3D daar een rol in kan spelen.” Als thema werd gekozen voor 'aardbevingen en de schade als gevolg daarvan aan het cultureel erfgoed in Groningen'.

"De provincie Groningen lijkt vlak, maar is dat wel zo? In eerste instantie wel, maar als we daar AHN onder zetten (het 3D-bestand over hoogte) dan blijkt het helemaal niet vlak te zijn. Her en der zijn grote verhogingen, de zogenaamde wierden (terpen). Op die wierden staan vaak monumenten, cultureel erfgoed. Als we kijken naar de schade als gevolg van de aardbevingen, dan is de vraag of er op de wierden meer of minder schade is dan in de omgeving. Daar is wel data over beschikbaar, maar in verband met de privacy is die niet te gebruiken. Door geo te gebruiken, een gebied in vakken in te delen, is dat op te lossen. Je ziet patronen, je ziet dat er iets aan de hand is.”

In het onderzoek is Olthof een aantal dingen opgevallen. "Het lukt goed om in een paar dagen data bij elkaar te krijgen en daar enige richting aan te geven, ook al zijn we op dat terrein niet echte specialisten. Verder is het ons opgevallen dat AHN een erg belangrijke bron is. Wat dat betreft is het jammer dat het nog even duurt voordat we AHN3 in Groningen krijgen. In zijn algemeenheid zou je kunnen zeggen dat alle thematische data er wel is, maar vaak is het niet genoeg om echt hele krachtige uitspraken over te doen. Tot slot kwam goed aan het licht dat je een groot aantal partij nodig hebt.” 

Gebruik energie bekeken vanuit de ruimte

Kaarten en de ruimte speelden ook een voorname rol in de presentatie van Chris Davis, professor energy systems aan de Rijksuniversiteit Groningen. Davis schotelde een blik op de aarde voor, bekeken vanuit de ruimte. Daarbij werd ingezoomd op het thema energie(verbruik), gedurende de jaren tussen 1992 en 2013. Het leverde een 3D-beeld op van het gebruik van energie wereldwijd en “hoe we het gebruiken, hoe we ervoor vechten en hoe we het verspillen”. “Als je ziet naar de grote patronen, dan lijkt het verschil in al die jaren niet zo groot. Maar als je het van dichterbij bekijkt, dan zie je grote veranderingen in bepaalde delen van de wereld.” Als voorbeeld liet Davis onder meer de ontwikkeling van China zien, waar een grote trek gaande is van het platteland richting stad. Zo is de regio Hongkong geworden tot een ‘stad’ van 42 miljoen mensen. De blik vanuit de ruimte liet ook goed zien hoe de energievoorziening in het Midden-Oosten, als gevolg van de vele oorlogen in dat gebied, sterk is veranderd. “Een groot gedeelte van de infrastructuur in dat gebied is de afgelopen jaren vernietigd en de impact daarvan is zo groot dat je dat zelfs vanuit de ruimte goed kunt zien.”

Interessante ontwikkelingen zijn er ook in Texas, zo schetste Davis. Van oorsprong een staat waar veel naar olie wordt gezocht. Omdat veel olievelden opgedroogd raken zie je de laatste jaren een verschuiving plaatsvinden naar het gebruik van windenergie. Een opmerkelijk situatie doet zich voor bij Argentinië, in de buurt van de Falklandeilanden. Een deel van de zee is daar verboden gebied voor vissersschepen en zeker vanuit de ruimte levert dat een abstract (verlicht) schouwspel op. In Nederland valt, als het gaat om energiegebruik, vooral het Westland op, het bekend(st)e glastuinbouwgebied.

“Als het gaat om de energiesector is de Amerikaanse data verbazingwekkend”, zo liet Davis aan het eind van zijn presentatie noteren. Minder te spreken was hij te spreken over de Europese data. “Het is hier lastig om aan goede, gedetailleerde data te komen.”

‘Wie maakt Nederland?’

“Een heel bijzonder moment.” Zo bestempelde Henk Scholten (namens het bedrijfsleven - Geodan – betrokken bij Doorbraak 3D) zijn bijdrage aan het 3D-symposium. “Hans Leeflang, die eigenlijk nu hier zou staan, is op dit moment verantwoordelijk voor het Jaar van de Ruimte en dat heeft in de gis-wereld een cruciale rol gespeeld. Hans was 25 à 30 jaar geleden eigenlijk de baas van Rob (van de Velde) en van mij.” Dat was ook de tijd waarin de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening werd opgesteld, een nota waarin werd voorspeld hoe Nederland er in 2015 uit zou zien. “Het was ook voor het eerst dat een nota met gis werd ondersteund. We hebben het systeem RIA gemaakt, een afkorting die staat voor Ruimtelijke Informatie via Automatisering en onze droom was dat het op den duur allemaal 3D zou worden. Dat is gepresenteerd aan toenmalig minister Nijpels.”

Inmiddels is het 2015 en toonde huidig minister (Schultz van Haegen) zich met name benieuwd wat er is geworden van de plannen uit eind jaren ’80 van de vorige eeuw en hoe aankijken tegen het jaar 2040. “Toen wij begin dit jaar op het bezoek waren bij het ministerie viel gelijk het grote verschil op in kaarten dat wordt gebruikt. Er zijn verschillende ideeën over een kaart. Een landschapsarchitect maakt bijvoorbeeld andere kaarten dan een wetenschapper, ze spreken andere talen. Geodesign moet dat oplossen, een raamwerk dat begint bij de vraag of je in staat bent om de benodigde data bij elkaar te brengen. En duidelijk moet maken of we in staat zijn om de processen die zich afspelen, bijvoorbeeld in de energiesector die Chris Davis aanhaalde, te begrijpen en door te trekken zodat we een relatie kunnen trekken. We kunnen de integratie van al die verschillende disciplines alleen uitvoeren als we dat in 3D doen.”

Zevenentwintig jaar na de Vierde Nota is de droom van Rob van de Velde en Henk Scholten uitgekomen en is Nederland in 3D, maar vooralsnog zijn er niet veel mensen die met die kaart kunnen werken. “Het is lastig en het vergt veel van de verstandelijke vermogens. Om te veranderen hebben we besloten om de kaart in Minecraft te zetten. Heel Nederland is nu beschikbaar in dit computerspel en we dagen schoolkinderen uit om daar mee aan de slag te gaan en het geheel te gaan vormgeven. Gebouwen, rivieren, wegen, bomen, noem maar op. De aftrap van dat project (GeoCraft) vindt begin oktober plaats (3 oktober) en bestaat onder meer uit een wedstrijd waarbij kinderen het mooiste gebouw in hun gemeente in Minecraft mogen bouwen.”

Schoolkinderen mogen Nederland in Minecraft dan ‘in gaan kleuren’, er is wel begeleiding nodig, zo geeft Scholten aan. “Met verschillende scholen gaan we thema’s aan de orde stellen. Zo is er een lyceum dat zich bezighoudt met energie, terwijl een andere school zich richt op het thema water. Op die manier proberen we Nederland niet alleen mooier, maar ook duurzamer te maken. Daarnaast leren we kinderen spelenderwijs ruimtelijk denken, in hun eigen omgeving en hun manier van denken. Voor de aftrap van het GeoCraft-project was zoveel belangstelling dat we meer kinderen hebben toegelaten dan eigenlijk de bedoeling was. Dat noem ik écht een doorbraak. En het mooie is dat minister Schultz van Haegen al heeft aangegeven dat zij op 15 december alle activiteiten van de kinderen in ontvangst zal nemen.”

Werkgroepen

Na de inleidende bijdragen in het ochtendgedeelte was het de beurt aan de verschillende werkgroepen. Zij gaven, in presentaties van circa drie minuten, een korte update van hun werkzaamheden en plannen. Onder meer werden presentaties gegeven over de status van de werkgroep 3D standaarden (“Een belangrijke behoefte is de uitwisseling tussen BIM en GIS. Gelukkig zie je daar wereldwijd een ontwikkeling dat beide verantwoordelijke organisaties met elkaar gaan samenwerken”), 3D stedenbouw en leefomgeving (“Wij als werkgroep zijn er van overtuigd dat ruimtelijke ontwikkelingen zonder 3D onverantwoord zijn. Dat klinkt mooi, maar in de praktijk is het nog wel erg lastig. Met name wanneer gewerkt wordt binnen verschillende werkvelden”) 3D onderzoek en opleiding (“Onze eerste mijlpaal was om het geo-onderwijs in kaart te brengen. Het tweede dat wij moesten doen is om te zorgen dat het absorptievermogen voor 3D binnen het onderwijs zou worden vergroot, en ook dat is gelukt”) en 3D kabels en leidingen (“We stoppen steeds meer in de ondergrond en als het gaat om die ondergrondse infrastructuur is 3D eigenlijk een noodzaak”).  

Inspiratiesessies

Laatste blok van het 3D-symposium was gereserveerd voor een aantal inspiratiesessies, waarin (makers van) tal van 3D-toepassingen rondom Groningen zich presenteerden. Zo kwam onder anderen professor Jos Roerdink van de Rijksuniversiteit Groningen aan het woord, die een verrassend 3D-inkijkje toonde in de menselijke hersenen. Verrassend was ook de bijdrage van Fred Hage, die ruim twintig jaar na de lancering van Virtual Reality Modeling Language (VRML) een doorbraak liet zien van 3D in de webbrowser, dankzij WebVR. Interessant waren verder de Ondergrondtool die Robin Seijdel demonstreerde en bedoeld is als visualisatie-instrument voor beleidsmakers, en de 3D-tool die gebruikt wordt bij het in kaart brengen van hunebedden. Aan het slot van het symposium volgde een korte rondvlucht in 3D over de stad Groningen, met het Infoversum als eindpunt.

Zie ook de presentaties

Geen updates meer missen?

Automatisch op de hoogte blijven? Meld je aan voor één van onze nieuwsbrieven.