Meldingen geo-standaarden

De objecten “LijnbronIndustrie” en “VlakbronIndustrie” zijn niet in de geluidgegevenscollectie opgenomen, omdat deze geen specialisatie zijn van “GeluidgegevenscollectieElement”.
Melder vindt dat een fout omdat “VlakbronIndustrie” een eigenschap heeft welke essentieel is om berekende waarden te kunnen reproduceren, namelijk “negeerOverdrachtsobjecten”.
Je hebt in de berekening dan namelijk de geometrie van de vlakbron nodig om te kunnen achterhalen of een gebouw of scherm op deze vlakbron staat en je de bijbehorende reflectie en afscherming moet negeren.
Je kunt dus niet volstaan met alleen het inlezen van gegevens uit de GeluidgegevensCollectie en ik dacht dat dit de bedoeling was van de GeluidGegevensCollectie.
Aangezien een geluidgegevenscollectie nu geen vlakbronnen meer kan bevatten, is het niet meer mogelijk om op basis van de collectie de berekende resultaten te reproduceren.

In de toelichtingen van objecten die volgens het model geen subtype van geluidgegevenscollectieElement zijn, duidelijk maken dat alle objecten in het GML bestand belangrijk zijn en dus ook degenen die niet rechtstreeks in de geluidgegevenscollectie zitten.

Geef hier een indicatie van de impact van de wijziging:

• Wie gaat er wat van merken? De gebruikers van het model
• Veranderen definities van objecten in de standaard zodanig dat de wijziging impact heeft op de uit te wisselen gegevens? Nee
• Heeft het impact op het xml-schema? Nee
• X, Y of Z-wijziging: Z

Aanleiding wijziging
Er is behoefte aan een nieuw objecttype voor geluidschermdelen met een diffractor. Dit punt komt voort uit een wijziging in de reken- en meetvoorschriften.

Voorgestelde wijziging

https://user-images.githubusercontent.com/80040145/209111384-3a161954-29b9-4763-be9b-387ae8d486af.png

• Nieuw objecttype “DiffractorOpGeluidschermdeel” met dezelfde velden welke een “ Geluidschermdeel ” nu heeft: bovenkantScherm, onderkantScherm, reflectiefactorLinks, reflectiefactorRechts, hellingshoek en statusZwevend, maar zonder profietype en schermtype. Het schermtype is altijd diffractor op scherm en hoeft dus niet apart opgegeven te worden.
• Het nieuwe objecttype heeft daarnaast als extra veld "diffractoreffect" van het type “ WaardePerOctaafband ”.
• Dit objecttype is een specialisatie van “Geluidoverdrachtobject ”.

Impactanalyse

• Wat betekent het voor de software van de CVGG, softwareleveranciers en bronhouders? Alle software dient hierop aangepast te worden. Ook de validatieregels in de CVGG moeten bijgewerkt worden.
• Wie gaat er wat van merken? Diegene die een diffractor op een geluidscherm wil aanleveren of gebruiken.
• Veranderen definities van objecten in de standaard zodanig dat de wijziging impact heeft op de uit te wisselen gegevens? Ja
• Heeft het impact op het xml-schema? Ja
• Wat gaat er mis als we de wijziging niet doorvoeren? Het IMG ondersteunt dan niet het reken- en meetvoorschrift en daardoor kunnen bronhouders dan geen diffractors op geluidschermen aanleveren aan de CVGG, conform IMG.
• X,Y,Z-wijziging: Y, want er wordt alleen iets toegevoegd.

De validatieregels TPOD0410 t/m TPOD1070 gaan over de tekstuele inhoud van label, opschrift en nummer in de koppen van tekstelementen zoals hoofdstuk, afdeling en paragraaf en de nummering van leden en lijsten. Dit zijn moeilijk te implementeren validatieregels met beperkte opbrengst.

Het is gewenst om nieuwe validatieregels toe te voegen die valideren op soortRegeling in combinatie met het verantwoordelijk bevoegd gezag en validatieregels die valideren op soortRegeling en te gebruiken STOP-model voor Besluit en Regeling. Deze validatieregels zorgen er voor dat een bevoegd gezag alleen die omgevingsdocumenten kan aanleveren waartoe het juridisch bevoegd is. Het betreft validatieregels van deze typen:

• Als soortRegeling = 'Omgevingsplan' dan MOET de eindverantwoordelijke van het besluit een waarde uit waardelijst 'Gemeente' zijn
• Als soortRegeling = 'Omgevingsplan' dan MOET STOP model {BesluitCompact en RegelingCompact}

  of

  {BesluitCompact en RegelingMutatie}

  worden gebruikt

De discrepanties tussen de ‘interne’ Ozon Validatiematrix en de Validatiematrix in de Geonovum github[https://github.com/Geonovum/dso-validatiematrix] zijn nagelopen en daaruit komt de volgende lijst met wijzigingen.

Nieuwe regels, die nog niet in de Validatiematrix staan:

OZON0129 - (TPOD1960) Iedere verwijzing naar een geometrie vanuit een Lijn moet een lijn-geometrie zijn.

OZON0130 - (TPOD1970) Iedere verwijzing naar een geometrie vanuit een Punt moet een punt-geometrie zijn.

OZON0131 - (TPOD1980) Iedere verwijzing naar een geometrie vanuit een Gebied moet een gebied-geometrie zijn.

OZON0206 - (RTRG0019) Maximaal één activiteit van een gemeente mag verwijzen naar een bovenliggende activiteit niet van een gemeente

OZON0207 - (RTRG0020) Maximaal één activiteit van een provincie mag verwijzen naar een bovenliggende activiteit niet van een provincie

OZON0208 - (RTRG0021) Maximaal één activiteit van een waterschap mag verwijzen naar een bovenliggende activiteit niet van een waterschap

OZON0213 - (RTRG0013) Als een activiteit van een gemeente verwijst naar een bovenliggende activiteit ook van een gemeente dan moet dit dezelfde gemeente zijn

OZON0214 - (RTRG0014) Als een activiteit van een provincie verwijst naar een bovenliggende activiteit ook van een provincie dan moet dit dezelfde provincie zijn

OZON0215 - (RTRG0015) Als een activiteit van een waterschap verwijst naar een bovenliggende activiteit ook van een waterschap dan moet dit hetzelfde waterschap zijn

OZON1042 - Een intrekking van een Regeling moet ook bijbehorend regelingsgebied, regelteksten, divisies/divisieteksten, en ponsen beëindigen.

OZON5001 - (TPOD1890) De identificatie van ieder OwObject moet overeenkomen met het type OwObject.

OZON5002 - (TPOD2080) Een instructieregel moet ofwel een "InstructieregelInstrument", ofwel een "InstructieregelTaakuitoefening" hebben.

OZON5003 - (TPOD2090) Binnen een Omgevingsnorm of Omgevingswaarde moeten alle normwaarden van hetzelfde type zijn: kwalitatief, kwantitatief, of waardeInRegeltekst

OZON5004 - (TPOD2100) Als een Omgevingsnorm of Omgevingswaarde een Eenheid heeft, dan moeten alle normwaarden van het type kwantitatief zijn.

OZON5005 - (TPOD2110) Ieder Tekstdeel met een locatie moet een idealisatie hebben.

Gewijzigd:

OZON0347 - Een SymbolisatieItem moet naar een Activiteitlocatieaanduiding, Gebiedsaanwijzing of Normwaarde verwijzen die bestaat.

Verwijderd:

OZON0021: is komen te vervallen omdat de bijbehorende TPOD-regel niet meer geldt

OZON0105: volgt logisch uit andere validatieregel OZON4000, en kan daarom komen te vervallen

OZON0106: volgt logisch uit andere validatieregel OZON4000, en kan daarom komen te vervallen

OZON0205: volgt logisch uit andere validatieregels rondom verwezing en beeindiging, en kan daarom komen te vervallen

Er is een vraag binnen gekomen over het gebruik van objecten in de IMOW standaard. Het antwoord op deze vraag staat niet in IMOW standaard, maar in de NEN3610 standaard waarnaar wordt verwezen vanuit de IMOW standaard. Het probleem is echter dat er in de IMOW standaard niet staat welke versie van NEN3610 er gebruikt moet worden en in dit geval is dat nu juist van belang.

Normaal gesproken heeft een standaard een paragraaf normatieve referenties waarin precies geduid wordt op welke versie deze standaard gebouwd is. Dat hoofstuk ontbreekt en moet worden toegevoegd.

Wijzigen validatiematrix m.b.t. STOP/LVBB/BHKV validaties in de door KOOP aangeleverde Excelsheet.

Men is doende de zgn. staalkaarten te annoteren en te publiceren. Dit betreffen voorbeeldregels voor het omgevingsplan. Bij het annoteren van omgevingsnormen vinden we bij enkele regels geen toepasselijke waarden in de waardelijsten voor Eenheid, Omgevingsnormgroep en Type norm. Het betreft een aantal regels, zoals de volgende.

Artikel 5.26 Algemene regels lozen bij graven

1. …

2. …

3. …

4. Het lozen van dat grondwater in een vuilwaterriool duurt niet langer dan <normwaarde duur> weken en de geloosde hoeveelheid is ten hoogste <normaarde debiet> m3/u._ De normen in lid 2 gaan over gewichten per volume-eenheid, mg/l. Ik kan daarvoor een toepasselijk Type norm vinden. Ik zou iets verwachten als 'massaconcentratie'.

De eerste norm in lid 4 betreft de maximum tijdsduur van het lozen van grondwater in een vuilwaterriool, in weken. Ik tref evenwel geen eenheid 'week' aan en ook niet 'dag'. Beide zouden m.i. toegevoegd moeten worden. En ook een toepasselijk type ontbreekt m.i. Ik zou iets verwachten als 'maximum tijdsduur'. De tweede norm in lid 4 betreft 'maximum hoeveelheid te lozen grondwater in vuilwaterriool per

Ook deze regels geven problemen:

*Artikel 5.39 Fysieke middelen *

1. Met het oog op het behouden en bevorderen van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte en het beperken van hinder zijn de fysieke middelen die worden gebruikt op de standplaats niet groter dan:

a. in de lengte: [x] m;

b. in de breedte: [x] m; en

c. in de hoogte: [x] m.

2. De fysieke middelen staan stabiel en zijn eenvoudig verplaatsbaar.

3. De Winkeltijdenwet en de [citeertitel winkeltijdenverordening] zijn van overeenkomstige toepassing op standplaatsen waar diensten worden geleverd. [Of: Een standplaats wordt alleen tussen x:00 en y:00 u ingenomen.]

Artikel 5.40 Beperken van geurhinder

Met het oog op het beperken van geurhinder is, als op een standplaats voedingsmiddelen worden bereid of verkocht, de afstand vanaf het punt waar geur vrijkomt tot aan de dichtstbijzijnde bebouwing ten minste [x] m.

Artikel 5.41 Beperken van zwerfafval

Met het oog op het doelmatig beheer van afvalstoffen worden binnen een straal van [x] m rond de standplaats zo vaak als nodig is etenswaren, verpakkingen en andere afvalstoffen verwijderd die van de standplaats afkomstig zijn_ Dit leidt tot omgevingsnormen als ‘Maximum grootte fysieke middelen op standplaats’ (art. 5.39 lid 1), ‘Stabiliteit en verplaatsbaarheid fysieke middelen op standplaats’ (art. 5.39 lid 2), ‘Openingstijden standplaats’ (art. 5.39 lid 3) en ‘Minimum afstand tot standplaats waarbinnen afvalstoffen verwijderd dienen te worden’ (art. 5.41). Maar tot welke groep moeten deze gerekend worden? Ik kom niet verder dan tot 'overig'.
Bij art. 5.40 zou ik als type iets verwachten als 'minimum afstand' maar die kom ik niet tegen.

Bij de volgende regels is het eveneens de vraag tot welke groepen de desbetreffende omgevingsnormen gerekend moeten worden. Het wordt wel veel 'overig'.

*Artikel 5.52 Algemene regel uitstallingen *

1. Met het oog op het behouden en bevorderen van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte en het beperken van hinder is een uitstalling maximaal [x] m breed, [x] m diep en [x] m hoog.

2. De uitstalling wordt alleen direct voor of tegen de gevel van het bedrijf geplaatst.

3. De uitstalling wordt alleen tijdens openingstijden van het bedrijf geplaatst.

4. De uitstalling wordt niet in de grond verankerd.

5. Vanaf een uitstalling vindt geen verkoop plaats._ En van welk type zijn de omgevingsnormen in de leden 2 tot en met 5? Een categorie 'overig' ontbreekt in de waardelijst. Wellicht iets als 'ongedefinieerd' toevoegen?

Iets vergelijkbaars doet zich voor bij de volgende regels.

Artikel 5.53 Algemene regel spandoeken

1. Met het oog op het behouden en bevorderen van de verkeersveiligheid en het beperken van hinder zijn spandoeken gemaakt van materiaal dat lucht doorlaat.

2. Op een spandoek staat reclame met een actueel belang.

3. De onderlinge afstand tussen twee spandoeken is ten minste [x] meter.

4. Een spandoek hangt over de gehele lengte minimaal [x] m boven het maaiveld.

5. Een spandoek wordt zo opgehangen dat het uitzicht vanuit een verblijfsruimte niet onevenredig wordt gehinderd._ Wat is telkens de groep bij de omgevingsnormen in de leden 1 tot en met 5? En wat is het type van de normen in de leden 1, 2 en 5? 'ongedefinieerd'? Bij lid 3 zou ik een type als 'minimum afstand' willen annoteren.

Ook bij de omgevingsnormen in de volgende regels is het de vraag wat de groep is. 'overig'?

Artikel 5.54 Algemene regel reclameborden

1. Met het oog op het behouden en bevorderen van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte en het beperken van hinder is een reclamebord maximaal [x] m hoog en [x] m breed.

2. Op een reclamebord staat reclame met een actueel belang.

3. De onderlinge afstand tussen twee reclameborden is ten minste [x] meter. Bij lid 3 zou ik een type als 'minimum afstand' willen annoteren.

Conclusie: graag enkele waarden aan de desbetreffende waardelijsten toevoegen.

Verder nog het volgende. M.i. is de waardeverzameling van de waardelijst 'type norm' te uitgebreid. Oorzaak is dat m.i. type met context vermengd is. Volstaan kan worden met het type sec, onafhankelijk van de context. Die context volgt uit de naam van een norm waarbij het type geannoteerd wordt. Voorbeelden zijn 'aantal bezoekers', 'aantal rijstroken' en 'maximum aantal aaneen te bouwen woningen'. Het type is hier 'aantal' resp. 'maximum aantal'. Dat het om bezoekers, rijstroken of te bouwen woningen gaat, volgt uit de naam van de desbetreffende norm. De waardelijst kan op deze manier fors bekort worden (en wordt fors langer als de huidige werkwijze consequent doorgezet wordt). Vreemd genoeg zijn er geen waarden als 'aantal', 'minimum aantal' en 'maximum aantal' aanwezig.

Aanleiding is de vraag van het Kadaster welk mutatiemechanisme gebruikt moet worden voor de Pons bij Intrekken en vervangen. Er zijn drie mutatiemechanismen denkbaar:

1. Bij intrekken/vervangen gaat de Pons automatisch over naar de nieuwe regeling. De bronhouder hoeft in IMOW niets te doen.
2. Bij intrekken/vervangen moet de bronhouder de Pons expliciet beëindigen en een nieuw Pons met nieuwe identificatie toevoegen.
3. Bij intrekken/vervangen moet de bronhouder de Pons die bij de oude versie van de geconsolideerde hoorde, opnieuw opvoeren met dezelfde identificatie.

Geconstateerd is dat optie drie de juiste optie is, met name omdat de Pons hiermee op dezelfde manier muteert als Regelteksten, Divisies, Divisieteksten, en Regelingsgebieden bij Intrekken & Vervangen. Hiermee wordt de Pons, evenals Regeltekst, Divisie, Divisietekst, en Regeltekst, een object dat direct verbonden is aan een Regeling. Wijziging van de Regeling (zoals bij Intrekken/Vervangen) impliceert dan een wijziging van de Pons, en om deze reden moet deze dus opnieuw opgevoerd worden.

Vervolgens is geconstateerd dat in TPOD Omgevingsplan staat dat er per omgevingsplan één Pons is, die in de loop van de tijd gemuteerd wordt. In IMOW en CIMOW staat dat niet, IMOW lijkt te suggereren dat er meer Ponsen bij een omgevingsplan kunnen zijn. Er is geen validatieregel voor het aanwezig zijn van maximaal 1 Pons.

De Pons kan alleen horen bij de hoofdregeling van het omgevingsplan en niet bij een tijdelijk regelingdeel. Bij een tijdelijk regelingdeel afkomstig uit een voorbereidingsbesluit is dat niet mogelijk (voorbeschermingsregels zijn immers tijdelijk, kunnen dus niet het permanente effect hebben dat daardoor (een deel van) een bestemmingsplan vervalt. Bij een tijdelijk regelingdeel afkomstig uit een reactieve interventie is dat ook niet mogelijk (reactieve interventie moet door gemeente verwerkt worden in hoofdregeling omgevingsplan). Bij een tijdelijk regelingdeel afkomstig uit een projectbesluit heeft het bevoegd gezag dat het projectbesluit vaststelt, onvoldoende inzicht in het geheel van het omgevingsplan en de bestemmingsplannen c.a. uit het tijdelijke deel van het omgevingsplan om een Pons te kunnen inzetten.

Dit issue moet worden verwerkt in:

• IMOW (toevoegen dat er maximaal 1 Pons per omgevingsplan is, toevoegen welk mutatiemechanisme gebruikt moet worden voor de Pons bij Intrekken en vervangen, aangeven dat Pons hoort bij objecttypen waarvoor directe mutatie niet voor de hand ligt)
• CIMOW (toevoegen dat er maximaal 1 Pons per omgevingsplan is, toevoegen welk mutatiemechanisme gebruikt moet worden voor de Pons bij Intrekken en vervangen)
• TPOD omgevingsplan (toevoegen dat het maximum van 1 Pons (als OW-object en als GIO) per omgevingsplan geldt voor de hoofdregeling en dat er geen Ponsen zijn bij tijdelijk regelingdelen)
• TPOD voorbereidingsbesluit (toevoegen dat de Pons (als OW-object en als GIO) niet mag worden toegepast bij een tijdelijk regelingdeel vanuit een voorbereidingsbesluit)
• TPOD reactieve interventie (toevoegen dat de Pons (als OW-object en als GIO) niet mag worden toegepast bij een tijdelijk regelingdeel vanuit een reactieve interventie)
• TPOD projectbesluit (toevoegen dat de Pons (als OW-object en als GIO) niet mag worden toegepast bij een tijdelijk regelingdeel vanuit een projectbesluit)
• Validatieregels (toevoegen dat Pons (als OW-object en als GIO) alleen is toegestaan bij een hoofdregeling, niet bij een tijdelijk regelingdeel en dat er maximaal 1 Pons-object is bij een hoofdregeling van een omgevingsplan)

Met de Wkb wordt er een nieuwe organisatie in het leven geroepen waar bevoegdheden worden belegd. Het Rijk wil de instructieregels voor deze organisatie annoteren met taakuitoefening en als adressaat ‘Toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw’. Verzocht wordt om die waarde toe te voegen aan de waardelijst Adressaat.

Provincies stellen in hun omgevingsverordening instructieregels voor het drinkwaterbedrijf. Het zijn instructieregels die gaan over de taakuitoefening, waarvoor een adressaat moet worden aangegeven. Verzocht wordt om aan de waardelijst Adressaat de waarde drinkwaterbedrijf toe te voegen.