Rotterdam wil via het programma Mercator een Integrale Bronregistratie Objecten (IBRO) ontwikkelen. Dit gebeurt vanuit een greenfield-aanpak, waarbij een nieuwe bronregistratie wordt opgebouwd op basis van gesynchroniseerde objecten uit de BAG, BGT en WOZ. Het informatiemodel voor de IBRO is ontwikkeld als onderdeel van het programma Mercator. Het model is geen landelijke standaard, maar houdt wel rekening met een toekomstig landelijk gebruik. Daarom lag het conceptueel informatiemodel in mei en juni 2025 voor ter consultatie. De resultaten van deze consultatie zijn nu in te zien.
In de Rotterdamse proeftuin worden nieuwe geïntegreerde mutatieprocessen beproefd, innovatieve vormen van (3D-)inwinning toegepast en concepten als Common Ground geïmplementeerd. Dit alles sluit aan bij bredere ontwikkelingen zoals het Federatief Datastelsel en Data bij de bron. Vanuit deze integrale registratie worden de LV BAG, LV BGT en de WOZ-administratie rechtstreeks gevuld.
Het is belangrijk om te benadrukken dat de IBRO in deze fase naast de bestaande gemeentelijke registraties (BAG, BGT en een deel van de WOZ) wordt gepositioneerd. Dit is een tijdelijke situatie. Het doel is om te onderzoeken of de IBRO geschikt is als vervangende registratie. Als de proef succesvol is, zal de IBRO de lokale BAG- en BGT-registraties vervangen en wordt een deel van de WOZ-gegevens bijgehouden in de IBRO. De IBRO wordt dan de bron voor de landelijke voorzieningen van de BAG en de BGT.
De IBRO is een gemeentelijk traject dat zich richt op slimmere binnengemeentelijke bijhouding. Het staat los van ontwikkelingen in landelijke voorzieningen. Er wordt dus vooralsnog geen nieuwe landelijke basisregistratie ontwikkeld, maar een herbruikbare lokale oplossing die efficiënter en toekomstbestendiger is.
Van de in de IBRO afgebakende objecten worden niet alle eigenschappen opgenomen. Deze blijven grotendeels geregistreerd in de verschillende sectorregistraties, zoals bijvoorbeeld de BOR-registratie. De eigenschappen die wél in de IBRO worden opgenomen, zijn overgenomen uit deze sectorregistraties en voldoen aan de verplichtingen van de BAG en (het verplichte gedeelte van) de BGT.
Omdat dezelfde objecten ook in andere registraties worden gebruikt, vervult de IBRO een brugfunctie tussen deze registraties. Hierdoor wordt het mogelijk om gegevens over een object integraal te gebruiken. Een belangrijk verschil met traditionele werkwijzen is dat de IBRO en sectorregistraties zoals de BOR naast elkaar bestaan als afzonderlijke bronnen. In plaats van het gebruik van StUF-berichtenverkeer, wordt uitgegaan van een moderne benadering waarbij gegevens via API’s worden bevraagd en gemuteerd.
