De Europese richtlijn INSPIRE verplicht de lidstaten om een kosten- en batenanalyse te maken van de invoering van INSPIRE als onderdeel van de verplichting tot Monitoring en Rapportage. Ook de Tweede Kamer heeft aan minister Cramer gevraagd de invoering van INSPIRE te onderbouwen met een kosten- en batenanalyse. Geonovum heeft daarom deze analyse uit laten voeren in 2009. Het rapport is inmiddels door VROM aangeboden aan de Tweede Kamer.
Belangrijkste conclusies
In de kosten- en batenanalyse is de invoering van INSPIRE berekend volgens het basismodel en het collectieve model. In een aantal sessies met dataproviders zijn aan de hand van use-cases de kosten en baten inzichtelijk gemaakt. Deze kosten en baten zijn geëxtrapoleerd naar nationaal niveau. De belangrijkste conclusies uit de KBA zijn:
- In het basismodel wegen de baten van invoering van INSPIRE ruim op tegen de kosten;
- Invoering via het basismodel is nadrukkelijk efficiënter dan via het collectieve model;
- De kosten in het basismodel zijn in 8 jaar terugverdiend;
- De baten liggen voor het overgrote deel bij de gebruikers (en niet bij de dataproviders)
Lees meer in het rapport Kosten- en batenanalyse INSPIRE.